Dagelijkse Les 351 Mijn Zondeloze Broeder Is Mijn Gids Naar Vrede Mijn Zondige Broeder Is Mijn Gids Naar Pijn En Ik Zal Zien Wie Ik Verkies - a podcast by Een Cursus in Wonderen

from 2020-12-16T05:40:22

:: ::

Inleiding

Woorden zullen nu maar weinig meer betekenen. We gebruiken ze slechts als leidraad waarvan we nu niet meer afhankelijk zijn. Want nu zoeken we alleen rechtstreekse ervaring van de waarheid. De resterende lessen vormen louter een inleiding tot het tijdstip waarop we de wereld van pijn verlaten om in de vrede binnen te gaan. Nu beginnen we het doel dat deze cursus heeft gesteld te bereiken, en komen we tot het einde waarop ons oefenen steeds was gericht.

Nu proberen we de oefening eenvoudig een begin te laten zijn. Want in stille afwachting wachten we op onze God en Vader. Hij heeft beloofd dat Hij de laatste stap Zelf zal zetten. En we zijn er zeker van dat Hij Zijn beloften houdt. We zijn ver gekomen op onze weg, en wachten nu op Hem. We zullen doorgaan elke ochtend en elke avond tijd met Hem door te brengen, zolang ons dat gelukkig maakt. We zullen de tijd niet langer beschouwen als een kwestie van duur. We gebruiken zoveel we nodig hebben voor het resultaat dat we verlangen. Ook zullen we onze uurlijkse herinneringen daartussenin niet vergeten, en God aanroepen wanneer we Hem nodig hebben, als we in de verleiding komen ons doel te vergeten.

We zullen doorgaan met een centrale gedachte voor elke dag die komt, en die gedachte gebruiken om onze tijden van rust in te leiden en onze denkgeest zo nodig te kalmeren. Toch zullen we ons niet tevredenstellen met simpel oefenen in de resterende heilige ogenblikken die het jaar besluiten dat we aan God gegeven hebben. We zeggen enkele eenvoudige woorden van welkom en verwachten dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd. We hebben Hem aangeroepen, en Hij heeft beloofd dat Zijn Zoon niet zonder antwoord blijft wanneer hij Zijn Naam aanroept.

Nu komen we tot Hem met alleen Zijn Woord in onze denkgeest en in ons hart, en wachten we tot Hij de stap naar ons toe zet die Hij, zoals Hij ons via Zijn Stem heeft verteld, niet zal nalaten te zetten wanneer we Hem daartoe uitnodigen. Hij heeft Zijn Zoon in al diens waanzin niet verlaten, noch diens vertrouwen in Hem geschonden. Heeft Hij met Zijn trouw niet de uitnodiging verdiend die Hij zoekt om ons gelukkig te maken? Die uitnodiging zullen we aanbieden en ze zal worden aanvaard. Zo zullen nu onze ogenblikken met Hem worden besteed. We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst.

Nu is de tijd der profetie vervuld. Nu zijn alle aloude beloften gehandhaafd en ten volle gehouden. Er rest geen stap die de tijd kan scheiden van zijn vervulling. Want nu kunnen we niet falen. Zit in stilte en wacht op je Vader. Het is Zijn Wil naar jou toe te komen wanneer jij hebt ingezien dat het jouw wil is dat Hij dat doet. En je zou nooit zo ver hebben kunnen komen als je niet inzag, hoe vaag ook, dat het jouw wil is.

Ik ben zo dicht bij je dat we niet kunnen falen. Vader, we geven deze heilige momenten aan U, uit dankbaarheid jegens Hem die ons geleerd heeft hoe we de wereld van verdriet kunnen verlaten in ruil voor haar vervanging, die U ons hebt gegeven. We kijken nu niet achterom. We kijken vooruit en vestigen onze blik op het eind van de reis. Neem deze kleine dankgeschenken van ons aan, nu wij met de visie van Christus achter de wereld die wij hebben gemaakt een andere aanschouwen, en die beschouwen als de volledige vervanging van die van ons.

En nu wachten we in stilte, onbevreesd en zeker van Uw komst. We hebben onze weg proberen te vinden door de Gids te volgen die U ons gezonden hebt. Wij kenden de weg niet, maar U bent ons niet vergeten. En we weten dat U ons nu niet vergeten zult. We vragen slechts dat Uw aloude beloften worden gehouden, zoals dat Uw Wil is. Door dit te vragen, willen we dit met U. De Vader en de Zoon, wier heilige Wil al-wat-is geschapen heeft, kunnen in niets falen. In deze zekerheid ondernemen we deze laatste paar stappen naar U, en verlaten ons in vertrouwen op Uw Liefde, die niet de Zoon in de steek zal laten die tot U roept.

En zo beginnen we aan het laatste deel van dit ene heilige jaar, dat we samen hebben doorgebracht zoekend naar de waarheid en naar God, haar ene Schepper. We hebben de weg gevonden die Hij voor ons gekozen heeft, en hebben de keuze gemaakt die te volgen zoals Hij dat van ons wil. Zijn Hand heeft ons overeind gehouden. Zijn Gedachten hebben de duisternis van onze denkgeest verlicht. Zijn Liefde heeft ons onophoudelijk toegeroepen sinds het begin der tijden.

Wij hadden de wens dat God er niet in slagen zou de Zoon te hebben die Hij voor Zichzelf geschapen heeft. We wilden dat God Zichzelf veranderde, en zou zijn wat wij van Hem wilden maken. En we geloofden dat onze waanzinnige verlangens de waarheid waren. Nu zijn we blij dat dit allemaal ongedaan is gemaakt, en dat we niet langer denken dat illusies waar zijn. De Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest. Nog even, en ze zal weer opkomen. Nog even, en wij die Gods Zonen zijn, zijn veilig thuis, waar Hij wil dat we zijn.

Nu is de noodzaak om te oefenen bijna voorbij. Want in dit laatste deel zullen we gaan begrijpen dat we slechts God hoeven aan te roepen, en alle verleidingen verdwijnen. In plaats van woorden hoeven we slechts Zijn Liefde te voelen. In plaats van gebeden hoeven we slechts Zijn Naam te noemen. In plaats van te oordelen hoeven we slechts stil te zijn en alles te laten genezen. We zullen de manier aanvaarden waarop Gods plan eindigen zal, zoals we de manier ontvingen waarop het begonnen is. Nu is het voltooid. Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht.

We handhaven één ander gebruik van woorden. Van tijd tot tijd zullen onze dagelijkse lessen en de perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen, afgewisseld worden door instructies over een thema van speciaal belang. Deze speciale gedachten horen elke dag te worden herhaald, waarmee je steeds doorgaat tot de volgende je gegeven wordt. Ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden, voorafgaand aan een van de heilige, gezegende momenten van die dag. We geven de eerste van deze instructies nu.

Wat ben ik?

Ik ben Gods Zoon, compleet, genezen en heel, stralend in de weerspiegeling van Zijn Liefde. In mij is Zijn schepping geheiligd en van eeuwig leven verzekerd. In mij is de liefde vervolmaakt, angst onmogelijk en vreugde gegrondvest zonder tegendeel. Ik ben de heilige woning van God Zelf. Ik ben de Hemel waar Zijn Liefde huist. Ik ben Zijn heilige Zondeloosheid zelf, want in mijn zuiverheid woont de Zijne.

Nu hebben we bijna geen woorden meer nodig. Maar in de laatste dagen van dit ene jaar dat wij samen, jij en ik, aan God geschonken hebben, vonden we één doel dat we deelden. En zo heb jij je met mij verenigd, dus wat ik ben, ben jij eveneens. De waarheid omtrent wat wij zijn is niet in woorden uit te drukken of te beschrijven. Maar onze functie hier kan ons duidelijk worden, en woorden kunnen hiervan spreken en die ook onderwijzen, als we zelf een toonbeeld van die woorden zijn.

Wij zijn de brengers van verlossing. We aanvaarden onze rol als verlossers van de wereld, die door onze gezamenlijke vergeving wordt verlost. En dit geschenk van ons wordt daarom aan ons gegeven. We zien ieder als broeder en beschouwen alles als vriendelijk en goed. We zijn niet uit op een functie die voorbij de Hemelpoort ligt. Kennis zal terugkeren, wanneer we ons aandeel hebben vervuld. Wij bekommeren ons enkel om het verwelkomen van de waarheid.

Onze ogen zijn het waardoor de visie van Christus een wereld ziet die verlost is van elke gedachte aan zonde. Onze oren zijn het die de Stem namens God horen verkondigen dat de wereld zonder zonde is. Onze denkgeesten zijn het die zich met elkaar verenigen wanneer wij de wereld zegenen. En vanuit de eenheid die we hebben bereikt, roepen we al onze broeders op en vragen hen onze vrede te delen en onze vreugde compleet te maken.

Wij zijn de heilige boodschappers van God die namens Hem spreken, en omdat we Zijn Woord uitdragen aan ieder die Hij tot ons gezonden heeft, ontdekken we dat het in ons hart geschreven staat. En zo zijn we van gedachten veranderd over het doel waarvoor we kwamen en dat we proberen te dienen. We brengen een blijde boodschap naar de Zoon van God, die dacht dat hij leed. Nu is hij verlost. En nu hij de Hemelpoort voor hem ziet openstaan, zal hij binnengaan en verdwijnen in het Hart van God.
LES 351
Mijn zondeloze broeder is mijn gids naar vrede. Mijn zondige broeder is mijn gids naar pijn. En ik zal zien wie ik verkies te zien.

Wie anders is mijn broeder dan Uw heilige Zoon? En als ik hem als zondig zie, verklaar ik mezelf tot zondaar, niet een Zoon van God; alleen en zonder vrienden in een beangstigende wereld. Maar deze zienswijze is een keuze die ik maak en die ik los kan laten. Ik kan mijn broeder ook als zondeloos zien, als Uw heilige Zoon. En met deze keuze zie ik mijn eigen zondeloosheid, mijn eeuwige Trooster en Vriend aan mijn zijde, en mijn weg veilig en duidelijk. Kies dan voor mij, mijn Vader, door middel van Uw Stem. Want Hij alleen oordeelt in Uw Naam.

Further episodes of Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Further podcasts by Een Cursus in Wonderen

Website of Een Cursus in Wonderen