Tekst 12 Genezing Als Bevrijding Van Angst - a podcast by Een Cursus in Wonderen

from 2022-01-18T05:11:09

:: ::

toelichting: https://www.youtube.com/watch?v=ANR-DR7fDSA

IV. Genezing als bevrijding van angst

1. We leggen nu de nadruk op genezing. Het wonder is het middel, de Verzoening is het beginsel, en genezing is het resultaat. Van ‘een wonder van genezing’ spreken, is het misplaatst combineren van twee orden van werkelijkheid. Genezing is geen wonder. De Verzoening, ofwel het laatste wonder, is een remedie, en elke vorm van genezing is een resultaat. Het is van ondergeschikt belang op welk soort vergissing de Verzoening wordt toegepast. In essentie komt elke genezing neer op bevrijding van angst. Om dit op je te kunnen nemen, dien je zelf niet angstig te zijn. Door je eigen angst begrijp je niet wat genezing is.
2. Een voorname stap in het Verzoeningsplan is het op alle niveaus ongedaan maken van vergissingen. Ziekte, of een ‘niet juiste gerichtheid-van-denken’, is het gevolg van een niveauverwarring, omdat hierbij altijd de overtuiging meespeelt dat iets wat op het ene niveau mis is, het andere nadelig beïnvloeden kan. Wij hebben wonderen aangeduid als het middel om niveauverwarring te corrigeren, want alle fouten moeten worden gecorrigeerd op het niveau waarop ze plaatsvinden. Alleen de denkgeest is tot vergissingen in staat. Het lichaam kan alleen verkeerd handelen wanneer het gehoor geeft aan verkeerd denken. Het lichaam kan niet scheppen en de overtuiging dat het dit wél kan – een fundamentele vergissing – veroorzaakt alle lichamelijke symptomen. Lichamelijke ziekte is de weerslag van een geloof in magie. De hele vervorming waardoor magie ontstond, berust op de overtuiging dat er in de materie een scheppend vermogen schuilt waarover de denkgeest geen zeggenschap heeft. Deze vergissing kan twee vormen aannemen: men kan geloven dat de denkgeest kan miscreëren in het lichaam, of dat het lichaam kan miscreëren in de denkgeest. Wanneer men begrijpt dat de denkgeest – het enige scheppingsniveau – niet voorbij zichzelf kan scheppen, hoeft geen van beide soorten verwarring meer op te treden.
3. Alleen de denkgeest kan scheppen, aangezien de geest reeds geschapen is, en het lichaam een leermiddel voor de denkgeest vormt. Leermiddelen zijn op zichzelf geen lessen. Hun doel is louter het leren te vergemakkelijken. Het ergste wat een foutief gebruik van een leermiddel kan aanrichten is dat het nalaat het leren te vergemakkelijken. Op zich bezit het niet het vermogen om daadwerkelijke leerfouten in te voeren. Het lichaam, mits juist begrepen, is evenals de Verzoening niet bevattelijk voor een tweesnijdende toepassing. Dit komt niet doordat het lichaam een wonder is, maar doordat het naar zijn aard niet openstaat voor een verkeerde interpretatie. Het lichaam maakt eenvoudig deel uit van jouw ervaring in de fysieke wereld. Zijn vermogens kunnen worden overschat en dat gebeurt ook vaak. Toch is het haast onmogelijk zijn bestaan in deze wereld te ontkennen. Wie dit doet, begaat een bijzonder onwaardige vorm van ontkenning. De term ‘onwaardig’ betekent hier alleen dat de denkgeest niet hoeft te worden beschermd door de ontkenning van wat onnadenkend is. Als iemand dit ongelukkige aspect van de macht van de denkgeest ontkent, ontkent hij ook die macht zelf.
4. Elk stoffelijk middel dat je als remedie tegen lichamelijke kwalen aanvaardt is een herbevestiging van magische beginselen. Dit is de eerste stap van het geloof dat het lichaam zijn eigen ziekte maakt. Een tweede misstap is: het met niet-scheppende middelen pogen te genezen. Hieruit volgt echter niet dat het gebruik van dergelijke middelen ten behoeve van herstel slecht is. Soms heeft de ziekte zo’n sterke greep op iemands denkgeest, dat het hem tijdelijk ontoegankelijk maakt voor de Verzoening. In dat geval kan het verstandig zijn om ten opzichte van lichaam en denkgeest een tussenweg te bewandelen, waarbij aan iets van buitenaf tijdelijk genezende werking wordt toegeschreven. Want het laatste wat iemand met een onjuiste gerichtheid-van-denken, anders gezegd een zieke, helpen kan, is een verhoging van zijn angst. Hij verkeert al in een door angst verzwakte toestand. Als hij te vroeg aan een wonder wordt blootgesteld, kan hij in paniek raken. Er is een gerede kans dat dit gebeurt wanneer op-z’n-kop-waarneming de overtuiging heeft gewekt dat wonderen beangstigend zijn.
5. De waarde van de Verzoening ligt niet in de manier waarop ze tot uitdrukking wordt gebracht. In feite zal ze, als ze waarachtig wordt benut, onvermijdelijk worden uitgedrukt op de manier die de ontvanger het meest zal helpen. Dit betekent dat een wonder, wil het zijn maximale effect sorteren, moet worden uitgedrukt in een taal die de ontvanger zonder angst kan verstaan. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat dit het hoogste niveau van communicatie is waartoe hij in staat is. Het betekent echter wel dat dit het hoogste niveau van communicatie is waartoe hij nu in staat is. De hele opzet van het wonder is het communicatieniveau te verhogen, niet het te verlagen door de angst te vergroten.

Further episodes of Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Further podcasts by Een Cursus in Wonderen

Website of Een Cursus in Wonderen