Tekst 19 Waarneming Versus Kennis - a podcast by Een Cursus in Wonderen

from 2022-01-27T05:10:16

:: ::

toelichting: https://www.youtube.com/watch?v=1xxv9Br4V9Q

III. Waarneming versus kennis

1. Wij hebben de nadruk op waarneming gelegd, en vooralsnog over kennis heel weinig gezegd. Dit komt doordat waarneming eerst op orde moet worden gebracht voor je iets kunt kennen of weten. Kennen of weten is zeker zijn. Onzekerheid betekent dat je niet weet. Kennis is macht omdat ze zeker is, en zekerheid is kracht. Waarneming is iets tijdelijks. Als een eigenschap van het geloof in tijd en ruimte, is ze of aan angst of aan liefde onderhevig. Verkeerde waarnemingen brengen angst teweeg en ware waarnemingen voeden liefde, maar geen van beide brengen ze zekerheid omdat alle waarneming varieert. Dat is de reden waarom het geen kennis is. Ware waarneming vormt de basis voor kennis, maar weten is het beamen van de waarheid en overstijgt alle waarnemingen.
2. Al je moeilijkheden komen voort uit het feit dat jij jezelf, jouw broeder en God niet herkent. Herkennen betekent ‘opnieuw kennen’, wat vooronderstelt dat je eens eerder hebt gekend. Je kunt op vele manieren zien, omdat waarneming met interpretatie gepaard gaat, en dit betekent dat ze niet totaal of consistent is. Het wonder, aangezien het een vorm van waarnemen is, is geen kennis. Het is het juiste antwoord op een vraag, maar je stelt geen vragen wanneer je weet. Een vraagteken plaatsen bij illusies is de eerste stap in het ongedaan maken daarvan. Het wonder, of het juiste antwoord, corrigeert ze. Aangezien waarnemingen veranderen is het evident dat ze van tijd afhankelijk zijn. Hoe je op een gegeven moment iets waarneemt, bepaalt wat je doet, en handelingen vinden nu eenmaal plaats in de tijd. Kennis is tijdloos, omdat zekerheid geen vragen oproept. Jij kent en weet, wanneer je opgehouden bent vragen te stellen.
3. De vragende denkgeest ziet zichzelf in de tijd, en zoekt daarom naar toekomstige antwoorden. De gesloten denkgeest gelooft dat de toekomst en het heden hetzelfde zullen zijn. Dit brengt een ogenschijnlijk stabiele toestand teweeg, die gewoonlijk een poging is de onderliggende angst dat de toekomst erger zal zijn dan het heden, tegen te gaan. Deze angst onderdrukt de neiging om überhaupt nog vragen te stellen.
4. Ware visie is de natuurlijke waarneming van de geestelijke blik, maar nog steeds is ze een correctie, en geen feit. De geestelijke blik is symbolisch en daarom geen instrument om tot kennis te komen. Het is echter wel een middel om juist waar te nemen, hetgeen het in het geëigende domein van het wonder plaatst. Een ‘visioen van God’ zou een wonder zijn, en geen openbaring. Het feit alleen al dat er waarneming bij te pas komt, plaatst die ervaring buiten het domein van kennis. Dat is de reden waarom visioenen, hoe heilig ook, niet blijvend zijn.
5. De Bijbel zegt je jezelf te kennen, of zeker te zijn. Zekerheid komt altijd van God. Wanneer je iemand liefhebt, heb je hem waargenomen zoals hij is, en dat maakt het jou mogelijk hem te kennen. Als je hem niet eerst waarneemt zoals hij is, kun je hem niet kennen. Zolang je vragen over hem stelt, laat je duidelijk blijken dat jij God niet kent. Zekerheid verlangt geen handeling. Wanneer je zegt dat je op basis van kennis handelt, haal je in wezen kennis en waarneming door elkaar. Kennis verschaft de kracht voor scheppend denken, maar niet voor juist handelen. Waarneming, wonderen en handelen zijn nauw met elkaar verbonden. Kennis is het gevolg van openbaring en leidt alleen tot denken. Zelfs in haar meest vergeestelijkte vorm heeft waarneming met het lichaam te maken. Kennis is afkomstig van het innerlijk altaar en is tijdloos omdat ze zeker is. De waarheid waarnemen is niet hetzelfde als haar kennen.
6. Juiste waarneming is noodzakelijk voordat God rechtstreeks kan communiceren naar Zijn altaren, die Hij in Zijn Zonen heeft opgericht. Daar kan Hij Zijn zekerheid communiceren, en Zijn kennis zal vrede brengen zonder twijfel. God is geen vreemde voor Zijn Zonen, en Zijn Zonen zijn geen vreemden voor elkaar. Kennis is zowel aan waarneming als tijd voorafgegaan en zal beide uiteindelijk vervangen. Dat is de werkelijke betekenis van ‘De alfa en de omega, het begin en het einde’ en ‘Eer Abraham was, ben Ik.’ Waarneming kan en moet gestabiliseerd worden, maar kennis is stabiel. ‘Vrees God en onderhoud Zijn geboden’ wordt ‘Ken God en aanvaard Zijn zekerheid.’
7. Als je een vergissing in een ander aanvalt, kwets jij jezelf. Je kunt je broeder niet kennen wanneer je hem aanvalt. Een aanval wordt altijd op een vreemde gericht. Je maakt van hem een vreemde door hem verkeerd waar te nemen, en dus kun je hem niet kennen. Omdat je hem tot een vreemde hebt gemaakt ben je bang voor hem. Neem hem juist waar, zodat je hem kunt kennen. In Gods schepping zijn geen vreemden. Om te scheppen zoals Hij schiep, kun je alleen scheppen wat jij kent en daarom als het jouwe aanvaardt. God kent Zijn kinderen met volmaakte zekerheid. Hij schiep ze door ze te kennen. Hij herkent ze volmaakt. Wanneer zij elkaar niet herkennen, herkennen zij Hem niet.

Further episodes of Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Further podcasts by Een Cursus in Wonderen

Website of Een Cursus in Wonderen