Tekst 20 Vergissing En Het Ego - a podcast by Een Cursus in Wonderen

from 2022-01-28T05:04:52

:: ::

toelichting: https://www.youtube.com/watch?v=gjM49ab4moA

IV. Vergissing en het ego

1. De vermogens die jij nu bezit zijn slechts een schaduw van jouw werkelijke kracht. Al de functies die jij nu hebt zijn verdeeld en aan vragen en twijfel onderhevig. Dat komt doordat je er niet zeker van bent hoe je ze zult hanteren, en daardoor ben jij niet tot kennis in staat. Je bent bovendien niet tot kennis in staat omdat je nog altijd kans ziet zonder liefde waar te nemen. Waarneming bestond niet voordat de afscheiding gradaties, aspecten en intervallen introduceerde. De geest kent geen niveaus, en alle conflict komt voort uit het idee dat er niveaus zijn. Alleen de Niveaus van de Drie-eenheid zijn tot eenheid in staat. De niveaus die door de afscheiding zijn gecreëerd, kunnen niet anders dan met elkaar in strijd zijn. Dat komt doordat ze voor elkaar geen betekenis hebben.
2. Het bewuste, het niveau van de waarneming, was de eerste splitsing die na de afscheiding in de denkgeest werd ingevoerd, wat de denkgeest tot waarnemer in plaats van schepper maakte. Het bewuste wordt terecht als het domein van het ego aangemerkt. Het ego is een onjuiste denkpoging om jezelf te zien zoals jij wenst te zijn in plaats van zoals jij bent. Toch kun je jezelf alleen kennen zoals jij bent, want dat is het enige waar jij zeker van kunt zijn. Al het andere is aan twijfel onderhevig.
3. Het ego is het vragende aspect van het zelf na de afscheiding, dat gemaakt en niet geschapen werd. Het kan wel vragen stellen maar geen betekenisvolle antwoorden waarnemen, omdat die kennis veronderstellen en niet waargenomen kunnen worden. De denkgeest is daarom verward, omdat alleen Eenheid-van-denken zonder verwarring kan zijn. Een afgescheiden of verdeelde denkgeest moet wel verward zijn. Hij is per definitie onzeker over wat hij is. Hij moet wel in conflict verkeren, omdat hij niet in harmonie is met zichzelf. Dit maakt zijn aspecten tot vreemden voor elkaar, en dat is de essentie van de angsttoestand waarin aanval altijd mogelijk is. Je hebt alle reden om je angstig te voelen wanneer jij jezelf waarneemt. Daarom kun je niet aan angst ontkomen, tot je beseft dat jij het niet was die jezelf geschapen hebt, noch daartoe in staat was. Je kunt je verkeerde waarnemingen nooit waar maken, en jouw schepping staat boven je eigen vergissing. Dat is de reden waarom je er uiteindelijk voor moet kiezen de afscheiding te genezen.
4. Een juiste gerichtheid-van-denken moet niet worden verward met de wetende denkgeest, omdat ze alleen op juiste waarneming van toepassing is. Je kunt een juiste of een onjuiste gerichtheid-van-denken hebben en zelfs dit is aan gradaties onderhevig, wat duidelijk aantoont dat kennis er niet bij betrokken is. De term ‘juiste gerichtheid-van-denken’ wordt terecht gebruikt als correctie voor ‘onjuiste gerichtheid-van-denken’, en is van toepassing op de denktoestand die correcte waarneming met zich meebrengt. Ze is wondergericht omdat ze een verkeerde waarneming geneest, en dit is inderdaad een wonder, gezien hoe jij jezelf waarneemt.
5. Waarneming houdt altijd een zeker misbruik van de denkgeest in, omdat ze die in gebieden van onzekerheid brengt. De denkgeest is zeer actief. Wanneer hij kiest voor afscheiding, kiest hij voor waarneming. Tot dan wil hij slechts kennis. Nadien kan hij slechts op een dubbelzinnige manier kiezen, en de enige uitweg uit dubbelzinnigheid is heldere waarneming. De denkgeest keert pas tot zijn juiste functie terug wanneer hij kennis wil. Dit stelt hem in dienst van de geest, waar waarneming wordt veranderd. De denkgeest kiest ervoor zichzelf op te delen wanneer hij verkiest zijn eigen niveaus te maken. Maar hij kan zich niet totaal van de geest afscheiden, want aan de geest ontleent hij al zijn macht om te maken of te scheppen. Zelfs in zijn miscreaties bevestigt de denkgeest zijn Bron, anders zou hij eenvoudig ophouden te bestaan. Dat is onmogelijk, omdat de denkgeest toebehoort aan de geest die door God is geschapen en daarom eeuwig is.
6. Door het vermogen om waar te nemen werd het lichaam mogelijk gemaakt, omdat je zowel iets als met iets moet waarnemen. Daarom brengt waarneming een omwisseling of vertaling met zich mee, iets wat kennis niet nodig heeft. De interpretatieve functie van waarneming – een vertekende vorm van schepping – veroorlooft je dan het lichaam als jouzelf te interpreteren, in een poging te ontkomen aan het conflict dat jij veroorzaakt hebt. De geest, die weet, is onverenigbaar met dit verlies aan macht, omdat hij niet tot duisternis in staat is. Dat maakt hem vrijwel ontoegankelijk voor de denkgeest, en volkomen ontoegankelijk voor het lichaam. Daarna wordt de geest als een bedreiging waargenomen, omdat licht duisternis verdrijft, eenvoudig door je te laten zien dat die er niet is. De waarheid zal de vergissing altijd op deze wijze overwinnen. Dit kan geen actief correctieproces zijn, aangezien kennis, zoals ik al benadrukt heb, niets doet. Ze kan als aanvaller worden gezien, maar aanvallen kan ze niet. Wat jij als haar aanval ziet, is je eigen vage besef dat kennis altijd herinnerd kan worden, omdat ze nooit is tenietgedaan.
7. God en Zijn scheppingen verkeren altijd in zekerheid, en weten daarom dat er geen miscreaties bestaan. De waarheid kan zich niet bezighouden met de dwalingen en vergissingen die jij verlangt. Ik was een mens die zich de geest en de kennis van de geest herinnerde. Als mens probeerde ik niet dwaling met kennis te bestrijden, maar vergissingen van de grond af te corrigeren. Ik heb zowel de machteloosheid van het lichaam als de macht van de denkgeest aangetoond. Door mijn wil met die van mijn Schepper te verenigen, herinnerde ik mij vanzelfsprekend de geest en zijn werkelijke doel. Ik kan voor jou niet jouw wil met die van God verenigen, maar ik kan wel alle verkeerde waarnemingen uit je denkgeest wissen als je hem onder mijn leiding plaatsen wilt. Alleen je verkeerde waarnemingen staan jou in de weg. Zonder die staat jouw keuze vast. Gezonde waarneming leidt tot gezonde keuze. Ik kan niet voor jou kiezen, maar ik kan je helpen je eigen juiste keuze te maken. ‘Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren’ moet zijn: ‘Allen zijn geroepen, maar weinigen verkiezen te luisteren.’ Daarom kiezen ze niet juist. De ‘uitverkorenen’ zijn slechts degenen die sneller juist kiezen. Ieder die juist denkt kan dit nu doen, en zal rust vinden voor zijn ziel. God kent jou alleen in vrede, en dat is je werkelijkheid.

Further episodes of Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Further podcasts by Een Cursus in Wonderen

Website of Een Cursus in Wonderen