Tekst 21 Waarneming Te Boven - a podcast by Een Cursus in Wonderen

from 2022-01-31T04:58:20

:: ::

toelichting: https://www.youtube.com/watch?v=1tfLwB_nADs

V. Waarneming te boven

1. Ik heb gezegd dat de vermogens die jij bezit slechts een schaduw zijn van jouw werkelijke kracht, en dat waarneming, die naar haar aard oordelend is, pas na de afscheiding werd ingevoerd. Sindsdien is niemand ergens meer zeker van geweest. Ik heb tevens duidelijk gemaakt dat de opstanding het middel was om tot kennis terug te keren, wat werd volbracht door de vereniging van mijn wil met die van de Vader. We kunnen nu een onderscheid maken dat enkele van onze navolgende uitspraken zal verhelderen.
2. Sinds de afscheiding zijn de woorden ‘scheppen’ en ‘maken’ door elkaar gehaald. Wanneer je iets maakt, doe je dat uit een specifiek gevoel van gemis of behoefte. Alles wat voor een specifiek doel is gemaakt kan niet werkelijk veralgemeend worden. Wanneer jij iets maakt om een vermeend gemis aan te vullen, geef je stilzwijgend te kennen dat je in de afscheiding gelooft. Het ego heeft voor dit doel heel wat vernuftige denksystemen uitgevonden. Niet een hiervan is scheppend. Vindingrijkheid is zelfs in haar meest vernuftige vorm verspilde moeite. De hoogst specifieke aard van uitvindingen is de abstracte scheppingskracht van Gods scheppingen onwaardig.
3. Kennis leidt niet tot handelen, zoals we al eerder hebben geconstateerd. De verwarring tussen de werkelijke schepping van jou en dat wat jij van jezelf gemaakt hebt is zo intens dat het letterlijk onmogelijk voor je is geworden ergens kennis van te hebben. Kennis is altijd stabiel en het is overduidelijk dat jij dat niet bent. Niettemin ben je volmaakt stabiel zoals God jou geschapen heeft. In die zin stem je, wanneer jouw gedrag onstabiel is, niet overeen met Gods idee van jouw schepping. Dat kun je doen als je dat verkiest, maar je zou dit beslist niet willen als jij juist dacht.
4. De fundamentele vraag die jij jezelf voortdurend stelt kan strikt genomen helemaal niet tot jou worden gericht. Je blijft je afvragen wat jij bent. Dit vooronderstelt dat het antwoord er niet alleen een is dat jij kent, maar ook dat het aan jou is dat te verschaffen. Toch kun jij jezelf niet juist waarnemen. Je hebt geen beeld dat kan worden waargenomen. Het woord ‘beeld’ heeft altijd betrekking op waarneming en maakt geen deel uit van kennis. Beelden zijn symbolisch en staan voor iets anders. Het idee ‘je beeld, je imago veranderen’ onderkent de macht van de waarneming, maar het houdt tevens in dat er niets stabiels te kennen valt.
5. Kennis staat niet open voor interpretatie. Je kunt weliswaar proberen betekenis te ‘interpreteren’, maar dat is steeds aan vergissingen onderhevig omdat het betrekking heeft op de waarneming van betekenis. Zulke ongerijmdheden zijn het gevolg van pogingen jezelf tegelijk als afgescheiden en als niet afgescheiden te beschouwen. Het is onmogelijk zo’n fundamentele verwarring aan den dag te leggen zonder je algehele verwarring nog te vergroten. Je denkgeest mag dan misschien heel vernuftig zijn geworden, maar, zoals steeds gebeurt wanneer methode en inhoud van elkaar worden gescheiden, hij wordt aangewend in een vergeefse poging aan een onontkoombare impasse te ontsnappen. Vernuftigheid staat volkomen los van kennis, omdat kennis geen vernuftigheid vereist. Vernuftig denken is niet de waarheid die jou vrij zal maken, maar je bent wel vrij van de noodzaak je ermee in te laten wanneer je bereid bent het te laten varen.
6. Gebed is een manier om iets te vragen. Het is het medium van wonderen. Maar het enige zinvolle gebed is het gebed om vergeving, omdat wie vergeven is alles heeft. Als de vergeving eenmaal is aanvaard, wordt gebed in de gebruikelijke zin volkomen zinloos. Het gebed om vergeving is niets dan een verzoek te mogen inzien wat jij al hebt. Door waarneming boven kennis te verkiezen, heb jij jezelf in een positie gebracht waarin je alleen op je Vader kunt lijken door op een wonderbaarlijke manier waar te nemen. Je hebt de kennis verloren dat jij zélf een wonder van God bent. Schepping is jouw Bron en enige werkelijke functie.
7. De uitspraak ‘God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis’ behoeft een nieuwe interpretatie. ‘Beeld’ kan begrepen worden als ‘gedachte’, en ‘gelijkenis’ als ‘van gelijke hoedanigheid’. God heeft inderdaad de geest naar Zijn eigen Gedachte geschapen en van een hoedanigheid gelijk aan die van Hemzelf. Er is niets anders. Waarneming, daarentegen, is onmogelijk zonder een geloof in ‘meer’ en ‘minder’. Op elk niveau gaat ze met selectiviteit gepaard. Waarneming is een voortdurend proces van aanvaarden en verwerpen, ordenen en herordenen, wisselen en veranderen. Het toekennen van waarde is een wezenlijk bestanddeel van waarneming, omdat oordelen noodzakelijk zijn om te kunnen selecteren.
8. Wat gebeurt er met waarnemingen als er geen oordelen zijn en er niets dan volmaakte gelijkheid is? Waarneming wordt onmogelijk. De waarheid kan slechts worden gekend. Alles aan haar is even waar, en een deel van haar kennen betekent haar helemaal kennen. Alleen waarneming houdt een gedeeltelijk bewustzijn in. Kennis overstijgt de wetten die de waarneming regeren, omdat gedeeltelijke kennis onmogelijk is. Ze is één geheel en heeft geen afzonderlijke delen. Jij die er werkelijk één mee bent, hoeft jezelf slechts te kennen en jouw kennis is totaal. Gods wonder kennen is Hem kennen.
9. Vergeven is het genezen van de waarneming van afgescheidenheid. Een juiste waarneming van jouw broeder is noodzakelijk, omdat denkgeesten ervoor gekozen hebben zichzelf als afgescheiden te zien. De geest kent God totaal. Dat is zijn wonderbaarlijke macht. Het feit dat iedereen volledig over deze macht beschikt, is een omstandigheid die volslagen vreemd is aan het denken van de wereld. De wereld gelooft dat als iemand alles heeft, er niets overblijft. Maar Gods wonderen zijn even totaal als Zijn Gedachten, omdat ze Zijn Gedachten zijn.
10. Zolang er waarneming blijft, is er plaats voor gebed. Aangezien waarneming op gemis berust, hebben zij die waarnemen de Verzoening niet totaal aanvaard en zich evenmin aan de waarheid overgegeven. Waarneming berust op een afgescheiden toestand, zodat ieder die überhaupt waarneemt genezing behoeft. Gemeenschap, niet het gebed, is de natuurlijke staat van hen die kennis hebben. God en Zijn wonder zijn niet te scheiden. Hoe prachtig zijn de Gedachten van God die leven in Zijn licht! Jouw waarde gaat alle waarneming te boven, omdat ze alle twijfel te boven gaat. Neem jezelf niet telkens in een ander licht waar. Ken jezelf in het Ene Licht, waar het wonder dat jij bent volmaakt helder is.

Further episodes of Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Further podcasts by Een Cursus in Wonderen

Website of Een Cursus in Wonderen